Marathon: “Hel van de Véloklub”

Vandaag was de seizoensmarathon (200 km) gepland die ons naar het Land van Maas en Waal moest brengen. Vorige week riep Piet Janssen, de wegkapitein van vandaag, nog mensen op om zich op te geven, want voor een handje vol renners was dit toch echt niet de moeite. Dit was niet tegen dovemansoren gezegd. Maar liefst 10 Véloklubleden en 6 gastrijders stonden om 7.00 uur aan de start. En wat voor gastrijders! De 4 leden van de Limburg Express Cycling Team (LECT) die in augustus in Zwitserland-Verbier de moeder der MTB marathons gaan fietsen de zogenaamde “Grand Raid Cristalp”. Een MTB tocht over 125 km en maar liefst 5025 hoogtemeters. Vandaag stond er voor deze 4 LECT-leden (Guus Mol, Koen Gubbels, Lex van Enckevort, Ruud van Mil) een lange duurtocht op het trainingsprogramma en zij hadden daarom gevraagd om met ons mee te rijden.

Van deze 4 heeft Ruud van Mil de grootste reputatie. Hij hoorde enkele jaren geleden tot de landelijke MTB toppers en de aangewezen persoon om Bart Brentjens te bedreigen. Of hij vandaag veel potten zou breken was nog maar de vraag, want hij kwam vanmorgen pas om 5.00 uur thuis van de Achterhoekse Zwarte Cross. Ruim 1 uur geslapen en toen naar Sevenum. Hij had echter geen alcohol meer genuttigd sinds zaterdagmiddag, dus het zou vandaag moeten kunnen! Een andere gastrijder was Sander Pauwels en dit is een neef van Appie Pauwels. Zijn reputatie is ook niet slecht want hij heeft op het vlakke zelfs een tempo van 58 km op zijn teller gekregen. De wind stond overigens gunstig, lachte hij. De laatste gastrijder was de Sevenummer Lot Truijen. Een rit van 200 km is voor Lot maar een ritje, want hij houdt van extreem lange fietstochten. Een echte afstandsbeul. We hadden op deze manier een boeiend gezelschap bij elkaar die er vast een leuke dag van zouden maken en zeker met het geplande mooie weer. De temperatuur was nauwelijks 10°C, maar het was inmiddels al zonnig.

Via Meterik, Merselo, Overloon, Stevensbeek, St. Anthonis, Ledeacker fietsten we richting het Land van Maas en Waal. Het tempo zat er goed in, zodat de km’s vlot onder onze wielen wegstroomden. Na ca 2,5 uur fietsen was onze eerste stop. Niet voor de koffie, maar een sanitaire stop. De kou en de kleine blaasjes van de oudere leden waren hier debet aan.
In de buurt van Megen gingen we met het veerpont de Maas over en kwamen hierdoor in Appeltern terecht. De wegkapitein was onverbiddelijk over de betalingswijze van het veerpont. Iedereen moest voor zich betalen. De Véloleden gezamenlijk en de gastrijders apart.

Via Druten kwamen we langs de Waal te fietsen en dat natuurlijk over allemaal prachtige dijkweggetjes. Van de eenzame fietser waar Boudewijn de Groot over zong, was geen sprake. We kwamen namelijk zeer veel fietsgroepen tegen. In totaliteit zeker in de buurt van zo’n 200 wielrenners. Het weer was ook op z’n best met zo’n 21°C en relatief weinig wind. We genoten er met zijn allen van. Via Deest en Winssen gingen we bij Ewijk de Waalbrug over. Toen ging het in een sneltreinvaartje via Oosterhout en Lent naar Nijmegen. Er waren nog enige restanten van de Nijmeegse vierdaagse te zien. We hadden inmiddels bijna vier uur gefietst en de meesten begonnen erg veel zin in koffie te krijgen. Piet had hiervoor een supermooi adres gevonden en wel hotel-restaurant Oortjeshekken in Ooij. Een prachtige locatie met een zeer groot terras. Enige minpuntje was dat we alles zelf binnen moesten ophalen, maar dat hadden we er graag voor over. Er werd dan ook het nodige aangesleept voor de inwendige mens want bij 200 km fietsen verbrand je de nodige energie. We hielden een lange pauze, want dit zou ook de enige pauze zijn, zo verzekerde onze wegkapitein.

Na deze uitgebreide pauze beklommen we weer onze fiets en maakten ons op voor het zwaarste gedeelte van de tocht. Via de Ooij-polder fietsten we naar Beek waar de Oude Holleweg op ons lag te wachten. Een pittige klim met een max van 13% waar de LECT leden toch als een van de eersten boven kwamen. Ruud wist zelfs als eerste boven te komen en ook nog wel op het buitenblad. Chapeau Ruud en dat na die zware “Zwarte Cross”. Willy en Lot waren door schakelproblemen de verkeerde weg ingeslagen, maar die werden later, na telefonisch contact, bij restaurant de Oude Molen weer opgevist. We visten echter nog iemand op en wel Pedro van der Sterren, ook een lid van de LECT. Hij was toevallig in zijn eentje aan het fietsen in de buurt van Nijmegen en besloot met ons de tocht verder uit te rijden. In Berg en Dal werd uiteraard nog even de Zevenheuvelenweg gevolgd, maar dat was voor de meesten een kippetje. Via Groesbeek en Plasmolen ging het richting Cuyk, waar we weer met een veerpont de Maas overstaken. We kwamen toen weer in echt bekend fietsterrein terecht. Via het “paaltjes-fietspad” ging het richting Boxmeer, Vortum-Mullem, Groeningen en Vierlingsbeek.

Het laatste gedeelte van de zeer mooie tocht (vanaf Meterik) werd nog even een sprintje. De LECT-leden hadden zich zeer rustig gehouden en dat was ook de opzet van hun training, maar in de finale stonden ze er. Eerst stak Eugéne het vuurtje aan en daarna denderde het restant van de LECT ploeg er overheen en bereikten we net voor 15.00 uur Limburgs beste terras “de Sevewaeg”. Heerlijk in het zonnetje genoten we van ons drankje en genoten nog na van de zeer mooie tocht. Maar waarom deze rit nu de “Hel van de Véloklub” moest heten, vroegen we ons wel af. Deze naam had de rittencommissie in oude programma’s zien opduiken en had volgens hen wel een uitdagend karakter. Nou dat is met deze rit meer dan gelukt.

Piet bedankt!

Statistieken: Ritlengte 203 km.
Gemiddelde: 30,1 km/u
Hoogtemeters: 461 m.

Groetjes,
Sjaak van Enckevort

Programma
Zondag 29-07-2012
Bauch und Abspeckroute (130 km)
Wegkapitein: Frits Hendrix
Vertrek: 07.30 uur